Op 4 augustus 2024 drong de man de woning van het slachtoffer binnen en wachtte haar rond middernacht op in haar slaapkamer. Daar pakte hij haar vast, sloeg haar en bond haar vast. Hij verkrachtte haar. De vrouw verloor haar bewustzijn en werd bebloed achtergelaten. Dit zijn bijzonder vernederende omstandigheden die voor het slachtoffer zeer beangstigend zijn geweest.
Ernstige persoonlijkheidsstoornis
Een psychiater en psycholoog van het Pieter Baan Centrum onderzochten de psychische gesteldheid van de man uit Roemenië en maakten daarover een rapport op. De conclusies en adviezen van deze deskundigen neemt de rechtbank over. Zij vindt dat de man leidt aan een ernstige persoonlijkheidsstoornis (met borderline, antisociale en narcistische trekken) en daarnaast aan een parafiele stoornis. Beide stoornissen zijn van chronische aard en waren aanwezig toen de man de vrouw aanviel. De rechtbank rekent het bewezenverklaarde in verminderde mate aan de man toe.
Tbs met dwangverpleging noodzakelijk
Het risico op herhaling, zonder behandeling van de stoornissen, wordt hoog ingeschat. Vanwege de meervoudige stoornissen in combinatie met de hoge kans op herhaling, vindt de rechtbank het noodzakelijk dat de man een intensive langdurige klinische behandeling ondergaat in een omgeving met een hoog beveiligingsniveau. De rechtbank legt daarom de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging op.
Vrijspraak
De man werd ook verdacht van het bezit van afbeeldingen met daarop dierenporno. De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen dat de man kon beschikken over de dierenporno. De rechtbank spreekt hem daarom vrij.
Strafbepaling
De rechtbank vindt dat de man schuldig is aan verkrachting, met toepassing van dwang en geweld en daarnaast aan het binnendringen in de woning van het slachtoffer.
Voor de bepaling van de hoogte van de straf kijkt de rechtbank onder meer naar de ernst van de delicten, de omstandigheden waaronder die plaatsvonden en de verminderde toerekenbaarheid van de man. Ook neemt de rechtbank het strafblad van de man mee. Daaruit volgt dat hij eerder een gewelds- en zedendelict pleegde, waarvoor hij in Roemenië een gevangenisstraf van 15 jaar kreeg. Enkele weken na zijn vrijlating viel de man in Nederland het slachtoffer in deze zaak aan. De straf valt iets lager uit dan de eis van de officier van justitie. Dit komt omdat de rechtbank minder feiten bewezen vindt dan de officier.
Vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij verzocht schadevergoeding. De rechtbank wijst de vordering voor ruim 19 duizend euro toe. Een bedrag van ongeveer 700 euro wordt afgewezen en voor het overige wordt de benadeelde niet-ontvankelijk verklaard. Zij kan zich voor het overige bedrag tot de burgerlijke rechter wenden, omdat dit deel van het verzochte bedrag te ingewikkeld is voor de procedure in het strafrecht.

12.9 ℃























