ARNHEM - Het Openbaar Ministerie eist een gevangenisstraf van 15 maanden –waarvan 10 voorwaardelijk- tegen een 28-jarige verdachte, voor een mishandeling die de dood van het slachtoffer tot gevolg had. “Als verdachte was blijven zitten in de trein en niet achter het slachtoffer aan was gelopen, zijn handen thuis had gehouden, dan was de man niet op deze manier overleden”, stelde de officier van justitie vandaag tijdens de motivering van die strafeis in de rechtbank in Arnhem.


In de trein van Zutphen naar Dieren valt, vroeg in de avond op 17 februari 2022, een man die verward oogt andere passagiers lastig. Hij loopt op gegeven moment de coupé uit, en dan staat een 28-jarige Deventernaar op, loopt achter zijn slachtoffer aan en haalt uit met zijn vuist, waarop het slachtoffer neervalt.

Volgens de conducteur zou er een woordenwisseling hebben plaatsgevonden tussen twee mannen. Een getuige ziet dat het latere slachtoffer de treincoupe verlaat, waarna verdachte opeens opstaat en achter het slachtoffer aanloopt. Gezien wordt dat verdachte het zijn slachtoffer in een volgend treinstel een ‘snoeiharde’ klap gaf. Op camerabeelden is te zien hoe verdachte achter het slachtoffer aan loopt.

Op station Dieren treft gealarmeerde politie het slachtoffer bebloed aan, met een wond op zijn neus. Hij is slecht aanspreekbaar, heeft naar eigen zeggen ook alcohol gedronken en hij blijkt niet op eigen benen te kunnen staan. In het ziekenhuis wordt een partiële dwarslaesie geconstateerd.

Op 25 februari overlijdt hij als gevolg van opgelopen ruggenmergletsel.

Het OM acht - op basis van het dossier- de mishandeling bewezen: ‘Er kan worden vastgesteld dat verdachte achter het slachtoffer is aangelopen, hem van achteren en onverhoeds heeft aangevallen door hem een klap te geven, dan wel fors aan te duwen. Bij die val is het slachtoffer voorover en in elk geval met zijn hoofd ergens tegenaan gevallen. Het letsel in zijn gezicht ondersteunt dat scenario.”

Drie deskundigen hebben in deze zaak gerapporteerd. Volgens de patholoog die sectie op het lichaam van het slachtoffer heeft verricht, is het slachtoffer overleden als gevolg van ruggenmergletsel, veroorzaakt door overrekking van de nek bij stomp botsende krachtinwerking op het hoofd. Op basis van rapporten van de deskundigen concludeert de officier van justitie vandaag als volgt: ‘de gedragingen van verdachte zijn een onmisbare schakel geweest in de gebeurtenissen die hebben geleid tot de dood van het slachtoffer. Als verdachte geen geweld had gebruikt, was geen sprake geweest van ruggenmergschade en was het slachtoffer niet daaraan overleden. Het letsel is het gevolg van het door verdachte toegepaste geweld. De dood van het slachtoffer kan verdachte worden toegerekend’.

Het OM vervolgde: “Het beeld van het slachtoffer dat bij mij blijft hangen, is het beeld van een verwarde man die mensen aansprak in de trein. Een man die druk was naar iedereen en niemand tegelijk. Hij was bozig en ja, hij heeft mensen uitgescholden. Wanneer je met zo iemand geconfronteerd wordt, kun je twee dingen doen. Je kunt er niet op ingaan en er niet mee gaan praten. Dan loopt hij vanzelf wel door. Dat was hier ook het geval, want hij liep door en had de treincoupé al verlaten. Maar verdachte maakte een andere keuze. Een volstrekt onnodige keuze, waarvoor hij strafrechtelijk verantwoordelijk is.”

Bij een mishandeling met dodelijke afloop past naar het oordeel van het OM geen andere straf dan een gevangenisstraf. Het OM betreurt dat deze strafzaak nu pas op zitting kan worden behandeld, maar wijt dat vooral aan de invloed van de verdediging op het procesverloop. Het OM noemt dat onwenselijk, ook voor de verdachte in deze zaak. Gelet op die omstandigheden matigt de officier zijn strafeis niet vanwege het tijdsverloop.