DEVENTER - De Klimaatraad adviseert de gemeente zo snel mogelijk een biodiversiteitsplan op te stellen als overkoepelende aanpak voor meer groen in de stad. Dat plan ligt er nu met een ambitie groter dan alleen ‘meer groen in de stad’: het behouden en versterken van de biodiversiteit in gemeente Deventer.

Het college van burgemeester en wethouders heeft het Biodiversiteitsplan 2025 - 2035 Samen groeien met de natuur opgesteld. Daarmee voert het college een letterlijk advies van de Deventer Klimaatraad uit en een motie van de gemeenteraad om een beleidskader biodiversiteit op te stellen. De gemeenteraad is gevraagd dit plan vast te stellen.

Sterke natuur

Het Biodiversiteitsplan moet leiden tot een sterke natuur in Deventer. Dat betekent meer groen en water in de stad en dorpen, zodat planten en dieren er beter kunnen leven. Hetzelfde geldt ook voor het platteland zodat de natuur daar ook sterker wordt. En het plan heeft als derde doel om mensen meer bewust te maken van de waarde van de natuur en hen te betrekken bij het beschermen ervan.

Liefde voor natuur

Met nog 6 andere adviezen die terugkomen in het biodiversiteitsplan, laat de Deventer Klimaatraad zien hoeveel liefde voor de natuur er in Deventer is. Wethouder Jaimi van Essen (Duurzaamheid en Milieu): “Met zoveel adviezen over groen, natuur en biodiversiteit geeft de Klimaatraad aan dit thema belangrijk te vinden voor Deventer. Ook de gemeenteraad heeft al laten zien hoe belangrijk zij het vindt dat de karakteristieke natuur van Deventer behouden blijft. Met moties en amendementen als ‘Berm in bloei’, ‘Red de egel’ en ‘Meer bloeiende slootkanten’ wordt het belang van ecologie en biodiversiteit benadrukt. Deze zijn verwerkt in dit plan.” De Adviesraad Natuur en Milieu was positief over het biodiversiteitsplan en gaf aanvullende adviezen die ook allemaal zijn meegenomen.

Aan de slag, de natuur rekent op ons

“De doelen zijn in het plan al vertaald naar concrete acties en dat is nodig, want de natuur rekent op ons,” aldus van Essen.

Een kleine greep:

  • In de groene buitenruimte worden zoveel mogelijk streekeigen soorten bomen, planten en struiken geplant.
  • Bermen worden minder vaak gemaaid en waar mogelijk worden gazons omgevormd tot bloemrijk grasland.
  • Waar de kans zich aandient worden extra bomen geplant en bij het vervangen van bomen wordt zo veel mogelijk gekozen voor streekeigen soorten.
  • Bij oevers mag de natuur meer zijn gang gaan, zodat het een fijnere plek wordt voor allerlei insecten en watervogels.
  • Duurzaam gebruik van landbouwgronden en bescherming en herstel van landschapselementen, zoals struweelheggen, knotwilgen, poelen en houtsingels wordt gestimuleerd.
  • Daarnaast is de inkoop van biologisch plantmateriaal zoals bomen en bosplantsoen een belangrijke maatregel en beter voor het milieu.